Nieuwsbrief
Zimbabwe, 29 Januari 2008
Hallo lezers,
Terwijl ik dit schrijf doen we een gezamenlijke patrouille met PDC en ALL4AP. We zijn
met ongeveer 24 man in ons tentenkamp in een gebied genaamd 'Chimwara' dat één
van de farms is gelegen aan de Gwayi rivier. Het is één van de zogenaamde A1 farms
die door de regering hier zijn aangewezen niet aan één persoon, maar aan groot aantal
mensen die in aparte dorpjes leven. Ze gebruiken een deel van de boerderij voor het
verbouwen van gewassen en veehouderij en een ander deel voor commerciële jacht.
Ook nu start ik met het (regenseizoen??). Het regent al 4 dagen non stop. Zimbabwe
heeft al veel regen gehad en mensen zijn al bezorgd over het wegrotten van hun
gewassen.
Helaas hebben wij ook nog niet de goede materialen als tenten en andere materialen
om ons droog te houden tijdens de nacht, maar we doen met wat we hebben. Met oude
tenten, plastic en metalen stukken bevechten we de regen, maar meestal tevergeefs.
Iemand die in Afrika is geweest en het weer hier tijdens het regenseizoen heeft
meegemaakt weet wat regen hier kan inhouden! Ook weet iedereen die ooit
gekampeerd heeft wat het betekent om in een natte slaapzak te stappen!
Gelukkig hebben we wel goede regenpakken en die worden goed gebruikt.
The anti stroperij leden (APU) zijn van huis uit al gewend aan dit soort zaken en
ondanks de problemen is de moraal goed. (moet zijn: het moreel)
Al op de eerste dag van onze 'bush camp' hebben we een stroper weten aan te houden.
De man had een bebloed mes en een zak met zout bij zich. Zout wordt gewoonlijk
gebruikt (door stropers) om de buitgemaakte huiden en vlees te conserveren. De man
verklaarde ons een van de anti-stroperijleden te zijn van Chimwara en dat hij een kamp
had gevonden van stropers. Desgevraagd bracht hij ons erheen, maar dit kamp was al
oud en lang geleden gebruikt. Niets wees op de aanwezigheid van vers bloed of een net
ontvelt (ontveld) dier. Uit onderzoek bleek inderdaad dat de man een lid was van de
APU van Chimwara, maar dat hij geen autorisatie had om er alleen op uit te gaan.
De voorzitter van de jachtcommissie verzocht ons de man naar de politie te brengen en
verder te onderzoeken.
Probleem is dat ondanks onze presentaties aan de landeigenaren over het financiële
verlies dat ze leiden (lijden) door stroperij, ze nog steeds niet inzien dat ze hun APU
leden redelijk moeten betalen en moeten controleren. Erger nog is dat hij deze APU
leden had toegestaan om gevonden karkassen mee te nemen en indien nog eetbaar ook
op te eten. Ook mochten ze de helft van een karkas meenemen dat door een roofdier
was gedood… Ze moesten het dan wel opschrijven, maar er was sinds oktober niet meer
gecontroleerd. Bijna geen salaris maar wel een karkas uit een strik mogen opeten. Een
fatale beslissing.
De voorzitter is een klein boertje, zonder enig transportmiddel zodat er totaal geen
controle is op wat er zich afspeelt op het grote landgoed. Zijn eigen APU leden zetten nu
zelf strikken of laten de strikken die ze vinden staan omdat ze er nu zelf belang bij
hebben als er iets in komt. Ook wordt er vervolgens vlees, vers of gedroogd, verkocht.
Dit bleek duidelijk zo te zijn toen de APU manager de volgende dag gevlucht bleek te
zijn en wij bewijs in de vorm van gedroogd vlees en andere zaken vonden in hun
huisjes. De voorzitter accepteerde ons advies om een vergadering te beleggen met ons
en de rest van de jachtcommissie om een managementplan te maken voor de inzet van
de anti stroperij leden en zo herhaling van wat zich had afgespeeld te voorkomen. Hij
gaf toe dat er geen goed plan was en dat ze dit beter hadden moeten doen.
Positief is dat al meerdere landeigenaren een door ons opgestelde brief hebben
ondertekend waarin wij vragen ongevraagd en op ieder tijdstip hun land te mogen
betreden om te patrouilleren. Hiermee bevestigen ze niet alleen de noodzaak van anti
stroperij, maar ook het vertouwen dat ze in onze organisaties (ALL4AP-PDC) hebben.
Tot volgende maand, Martin Stiemer